Spring naar inhoud

Het verzoendeksel van Ida Kleiterp en Erik Langhout

Wie 60 wordt, viert dit met een groot feest, een verre reis of laat de dag passeren. Beeldhouwster Ida Kleiterp besluit haar 60e jaar te vieren met verzoening met het leven, zichzelf en de omgeving in de vorm van verzoendeksel, kunstenaarsboek en beeldenroute in het Joods Historisch Museum.

Een onverwachte uitnodiging van beeldhouwster Ida op maandagmorgen aan de telefoon, of ik in het Joods Historisch Museum wil komen kijken en luisteren naar haar ‘Verzoendeksel’… Wat moet ik me daarbij voorstellen? Van Kleiterp zijn vooral uit graniet of arduin gehakte jurken bekend. Flinke oermoederbeelden met een postuur als zij zelf, met de beitelsporen in de steen. Daarna kwamen uit haar handen tevoorschijn een bloem-bed uit arduin gehakt, twaalf stenen kussentjes van arduin/zwart marmer en een onder tafel beeldje in brons. Deze beelden zullen her en der in het museum staan.

Ida loopt door het museum alsof het haar eigen huis is. In de grote synagoge zaal laat ze tussen de vaste opstelling drie middelgrote Aartsmoeders zien van wit glinsterend ruw marmer. Ze zijn er dus nog, die oermoeders.
Intussen heeft ze het over de oktobermaand, tijd van bezinning. In de joodse traditie is Grote Verzoendag Yom Kippoer dag van inkeer, vasten en gebed (dit jaar 9 oktober). En over het Verzoendeksel dat ze baseerde op de beschrijving in de Tora, de boeken van Mozes, de Ark van het Verbond.
Vervolgens toont ze de mikwe, plaats van zuivering. Dit eeuwenoude badhuis is opgegraven. Het bevindt zich beneden, onder Amsterdams Peil. Daar, op een metershoge sokkel vanaf de badhuisvloer, staat ie dan: het Verzoendeksel. Op het eerste gezicht doet het me denken aan De Kus van  beeldhouwer Brancusi, van elkaar omhelzende geliefden in een vierkant blok. Hoofd en lichamen ontmoeten elkaar in het midden. Ida’s variant is een wit albasten blok als een doos met daarop twee naar elkaar toebuigende vleugels of schelpen, wie zal het zeggen.
Rondom bevindt zich een geluidsinstallatie, ontworpen door geluidsman Erik Langhout. In plaats van koptelefoons zijn MP3 spelertjes geïnstalleerd in vormen van transparant hars. Die ‘oren’ staan op sokkels. Langhout gebaart er tussenin te gaan staan. De klank van een mensenmenigte veroorzaakt even desoriëntatie. Dan boem, boem! schoten, zuchten, getingel en helder natuurgeluid van onweer, regen, zee, vogels, stromend water. Het is een vreemde ervaring stilletjes dit ritueel te ondergaan, terwijl vlakbij het verkeer op het drukke Mr. Visserplein langs raast.
Langhout legt uit dat de mix geluiden het ontstaan van de aarde nabootsen of ermee associëren; hij noemt het ‘meditatief geluid’. 'Geluid roept beelden op', aldus Ida, 'terwijl een beeld gevoelens voor mezelf oproept.' Langhout vertelt over de 4' 46" geluidsband in elk spelertje. De spelertjes worden na elkaar opgestart.
Het is een (steen)goed idee. Hoe kom je erop? Ida trof in het Bijbels Museum een replica van het originele Verzoendeksel met twee engelen. Daartussen spreekt God. Onder het deksel bevinden zich geboden en teksten.
Ze raakte er gefascineerd door. Zo ontstond haar Verzoendeksel en een kunstenaarsboek over het verzoeningsproces met het leven, zichzelf en de wereld. Ida voegt er aan toe: '…van leven zonder kinderen, alleen, met hangtie….', het laatste inslikkend. Ze stelde het boek op een intuïtieve manier samen. Japans prentpapier inspireerde haar daarbij, als het toppunt van schoonheid, harmonie.  Schrijfster Tamara Benimah schreef het voorwoord, beginnend met de zin: 'Het leven is een harde noot om te kraken.' Als troost is er nu het Verzoendeksel, als eigentijds ritueel in een object met veel techniek.
Irene Faber van het Museum stelde de tentoonstelling samen. Ze vindt het een ‘leuk uitgangspunt’ het Verzoendeksel te exposeren met Kleiterps werk in de collectie. Ze wil in de toekomst meer gaan doen met kunstenaars.
Ook het Kindermuseum is erbij betrokken. Ida gaf les, liet kinderen verzoeningskaarten maken over iets dat ze erg vonden en/of ongelukkig over waren. Zo schreef een kind de binnenkant van een kaartje vol met de woorden ‘dik’ en ‘dun’ en plakte op de voorkant een smal reepje Japans papier: Dun.
sept./nov. 2008