Spring naar inhoud

Kurt Gerron

Schrijver Charles Lewinsky herinnert aan de Duits-joodse acteur en filmregisseur Kurt Gerron (1897-1944) nu hij zijn dikke boek Terugkeer ongewenst heeft geschreven. 

Wie is Kurt Gerron? Hij was voornamelijk bekend door zijn rol van de goochelaar- impresario van Lola-Lola (Marlene Dietrich)  in de klassieker Der Blaue Engel. Maar nu gaat zijn levensverhaal steeds vaker tot de verbeelding spreken.  Gerron was zowel een held als slachtoffer. Nadat hij eenmaal in handen van de nazi's was gevallen, lieten ze hem buigen door hem in het kamp Theresienstadt een verfraaide film over het kamp te laten maken. Daarna vermoordden ze hem.

De laatste persoon die ik over Gerron hoorde was de psychiater Louis Tas. Hij vertelde dat hij Gerron nog in kamp Westerbork had gezien:  ‘Hij zette een po op zijn hoofd en hij was een koning’,  zei hij kort en goed over de act die de beroemde komiek op die plek ten beste had gegeven.  Gerron was vergroeid met het theater. Met dit laatste beeld van hem als koning dacht ik dat het verhaal echt uit was.  Maar nu heeft schrijver Charles Lewinsky zich in Gerron verdiept.  

Ik was op de hoogte van het ontstaan van het boek. Lewinsky’s assistent Tino Kohler had contact met me opgenomen. Hij wist dat ik meegewerkt had aan een filmscript, video-installatie en documentaire over Gerron en een artikel over hem geschreven in Flashback.  Ik leende m'n Gerron-archief uit en wachtte met enige spanning op een ontmoeting met de grote schrijver. Tijdens het door Tino gearrangeerde diner vroeg Lewinsky me meerdere keren aan tafel:  ‘Wist je dat…?’ Lewinsky bleek veel meer te weten. Tino vertelde over zijn werkwijze:  hij onderzoekt en onderzoekt, vervolgens laat hij het los en schrijft het boek.  Zeer knap.

In Terugkeer ongewenst  laat Lewinsky Gerron terugblikken op zijn leven. Hij heeft veel verzonnen, de ontbrekende lege plekken in de historie ingevuld. Het is fictie. Zo geeft hij Gerrons vrouw Olga een belangrijke rol, terwijl ze in de biografie over Gerron slechts een schim is.  Ook verdiepte hij zich grondig in de verwonding die Gerron in de Eerste Wereldoorlog trof door een granaatinslag en maakt hier een cruciale verminking van.  Bovendien geeft hij een geestige, vertrouwenwekkende grootvader aan Gerron als de belangrijkste man in zijn leven. Hij is de muze van zijn kleinkind.  De grijsaard en het kind is ook de illustratie op de kaft van de Nederlandse editie. De Duitse titel is anders, heet simpelweg Gerron. 'Dat is nu eenmaal de strategie van de uitgevers', merkte Lewinsky hierover op bij de Amsterdamse boekpresentatie in de Rode Hoed.

Lewinsky schreef een vertelling over de man die ‘alles’ meemaakte in zijn tijd.  Het begon geestig onder invloed van de grootvader. Mettertijd werd het een gruwelijke voorstelling.  Hij roept in zijn boek een beklemmend gevoel op over een in gevangenschap verloren mens die zijn gedachten niet verliest. Het doet je nog scherper en intiemer de walgelijkheid van de wereldoorlogen beseffen. Het verhaal siddert nog na. Ik heb slecht geslapen. Je moet zo’n boek ook niet lezen voor het slapen. Hierdoor realiseerde ik me weer dat er een moment is geweest niet langer over Gerron na te willen denken. En toch duikt hij steeds weer op, als het Nachtgespenst uit het lied dat hij zo vaak op de Duitse Bühne zong in het Berlijn van de jaren 1930.