Spring naar inhoud

Na jaren bracht ik een geleend boek (van Camus) terug van de schilder Jan Grotenbreg. Ik gaf het boek af op zijn adres in de Amsterdamse Zomerdijkstraat, in het complex atelierwoningen. In dit gebouw is ook mijn geboortehuis. Het ziet er (gelukkig) nog net zo uit als vroeger. Het is een rijksmonument.

In die vertrouwde omgeving heeft Grotenbreg zijn atelierwoning bovenin het gebouw. Vanaf zijn balkonnetje op het zuiden kijk je uit op de Rivierenbuurt, de lucht en de wolken. Dat uitzicht inspireert hem; een tijdlang schilderde hij alleen wolken. Hij attendeerde me op het (symbolische) verhaal in Camus' boek over het samenwonen van een schilder met zijn familie: de schilder kan niet meer schilderen, omdat hij zich laat inkapselen door zijn gezin. Dan bouwt hij een vliering in het huis. Hij maakt een gat in het plafond. Zo kan hij naar de lucht en de wolken kijken. En tegelijkertijd bij zijn familie beneden zijn.

Het verhaal sprak Grotenbreg aan door de wolken. Het sprak mij aan omdat het deed denken aan de families. de baby boom-generatie die vroeger huisden in de atelierwoningen. De combinatie gezin en atelier was gezellig, maar kon er wel gewerkt worden? Tegenwoordig is er minder sociaal contact. Er wonen sowieso (bijna) geen kinderen meer. De woningen bij de ateliers zijn daar te klein voor. Om die reden besloten mijn ouders te verhuizen. En vanwege de gehorigheid.

Bestemming gewijzigd Het boek is terug bij de eigenaar, Grotenbreg stuurt me een bedankje en schrijft tot slot: ‘Nog wat nieuws over de Zomerdijkstraat, de ateliers worden nu als woonruimtes gezien, door iedereen te koop, en over 10 jaar mag elke atelierwoning alleen nog voor 40% atelier/werkruimte zijn. Schande.’ Lees ik het goed? Op het Internet vind ik er een brief van Stadsdeel-zuid dat de bestemming van de Zomerdijkstraat woning-atelier is gewijzigd omdat het beperken van het gebruik van de grond voor één bepaalde doelgroep - kunstenaars - niet gerechtvaardigd zou zijn.

Hè? De atelierwoningen zijn toch speciaal voor kunstenaars gebouwd (in 1934 door architect Zanstra en collega’s). Ze functioneren al 80 jaar. Er is toch altijd een lange wachtlijst voor? Via Jan ontvang ik een mail van bewoonster Alite Thijsen van de huurderscommissie. Zij vult aan: ‘De 32 atelierwoningen aan de Zomerdijkstraat 16-30 zijn in de verkoopvijver van woningstichting De Key beland. De bewoners maken zich zorgen over de toekomst van hun complex met betaalbare atelierwoningen voor kunstenaars. Nieuwe bewoners betalen al €1200 per maand.’ Hoe gaan de huurders dit winnen? Ik bel er over met Kees Hin. Hij kwam vaak in de Zomerdijkstraat toen hij opnamen maakte voor zijn film over schilder Jaap Hillenius. Hij zegt: ‘Nu is er geen ruimte meer voor de (ouderwetse) kunstenaars. De kunst is veranderd.’ En voegt er, licht cynisch, aan toe: ‘de musical zal straks als de hoogste vorm van kunst worden gezien.’

Design Daarna heb ik een afspraak met mijn broer in mijn vaders nog bestaande atelier. Ooit was dit atelier van beeldhouwer John Grosman. Zij ruilden: mijn vader kocht Grosmans atelier en woonhuis, Grosman verhuisde naar ‘ons’ huis in de Zomerdijkstraat met vriendin Justa Masbeck. Na zijn dood is zij er blijven wonen. Onlangs is Gusta overleden. Zij had de atelierwoning drastisch verbouwd. Mijn broer vertelt dat hij in een woontijdschrift heeft gezien dat meer atelierwoningen in de Zomerdijkstraat een ‘compleet’ nieuw design ondergingen: ‘Die tijd van ons, die is voorbij’.

Ik troost me met de gedachte dat ‘de oude’ Zomerdijkstraat te beleven was tijdens de Retrospectieven 2003-2009 van het werk van bewoners (in de synagoge/veilinghuis Glerum in de Lekstraat). Daar is voor het eerst het werk van mijn ouders samen geëxposeerd. Het was leuk daar toen een opname te maken met de weduwe van schilder Fedde de Jong. Ze vertelde onderhoudend over de bewoners die elkaar vroeger goed in de gaten hielden wie welke opdracht kreeg. Zo keken de beeldhouwers-buren over de schouders van mijn vader mee toen hij daar zijn eerste grote opdracht van het beeld Jan van Hoof voor Nijmegen maakte Zijn model was danser Conrad van de Weetering van Sonia Gaskells balletstudio naast ons. Ook zo’n prachtige locatie in het complex waar danser Hans van Manen nostalgisch over was. Ja, het schept een vertrouwde band, die atelierwoningen met hun rijke geschiedenis.

Op 10 december zal de bestuurscommissie van stadsdeel Zuid luisteren naar wat bewoners op de nieuwe plannen tegen hebben. Iedere spreker krijgt 3 min. spreektijd. Wordt vervolgd. (Zie bij familiegeschiedenis. En ‘Mokums Montparnasse’ in Ons Amsterdam juni 2015 www.onsamsterdam.nl).