Spring naar inhoud

Toen ik laatst een examen Engels met de hand moest schrijven, maakte ik er een warboel van. In een paar jaar tijd ben ik met de hand schrijven verleerd. Terwijl ik vroeger verslaafd was aan vulpennen, waarmee ik lange verhalen schreef in een regelmatig handschrift. Nu gebruik ik de hand alleen nog voor notities. Tijdens het schrijven van een langer stuk, voel ik de ongebruikte, krampachtige hand spieren. En schrijf onleesbare woorden.

Laatst zocht ik naar een ansichtkaart van een schilderij in een oude schoenendoos. Dwalend met m'n vingers door de kaartenbak herkende ik in één oogopslag de karakteristieke handschriften van de afzenders: Groot, klein, met balpen, vulpen, met zwarte, bruine of zeeblauwe inkt. O ja, zij schrijft de l met lussen en hij schrijft streepjes. Wat schrijft zij ronde letters en hij hoekige. Letters aan elkaar geschreven en los…Deze laat ruimte, die schrijft onleesbaar, die ander schools. En hij heeft een grafisch handschrift ontwikkeld... Wat een variatie, wat een schrift! Ineens zag ik hoe mooi handschriften zijn: eigen, bijzonder, zeldzaam, herkenbaar, vertrouwd.

In een paar jaar tijd is handmatig schrijven uit. Er wordt vrijwel alleen nog met de vingertoppen op toetsenborden getypt, geklikt, en over schermen geveegd. Op scholen werken leerlingen nu met tablets, zodat ze niet meer handmatig aantekeningen hoeven te maken. Van een heleboel mensen met wie ik vrijwel dagelijks mail, ken ik het handschrift niet eens. Straks worden handschriften ook al museumstukken. Wie (her)kent zijn handschrift?!