Spring naar inhoud

Als ik niet onderweg van Arnhem naar Amsterdam in de auto op de radio geluisterd had naar een uur lang interview met filmmaker Sacha Polak, had ik waarschijnlijk niet zo gauw haar debuutfilm Hemel gezien. Omdat dat interview met de filmmaakster over de film zo intrigerend klonk, ben ik dus naar de film gegaan.

Al zit de camera voortdurend dicht op de bleke huid van Hemel, de naam van de hoofdpersoon (actrice Hannah Hoekstra), en hoewel de vele seksscènes behoorlijk intiem zijn, kon ik haar toch niet leren kennen. Dit uitzonderlijk koele meisje heeft namelijk iets onbegrijpelijks, vandaar haar naam Hemel. Het lijkt wel of zij zich ondoorzichtig tussen hemel en aarde beweegt. In één scène zelfs letterlijk, wanneer zij hoog op een dak staat tegen de blauwe hemel.

De film is verdeeld in hoofdstukjes; na iedere keer een stukje zwart volgt een scène. Dit doet wat stijfjes en saai aan. Ik betrapte me er op wat verveeld naar de mooie, lege beelden te kijken. Dat ruikt al gauw naar schön filmerij. En er is gegoocheld in de montage met continuïteit. Het doet denken aan typische ‘lege’ scenes uit andere hedendaagse films als Lost in TranslationGuernsey en Shame.

Tot ik echt geboeid raakte in de laatste scène. Want daarin is Hemel niet de magere schoonheid die je aldoor als toeschouwer hebt zitten opnemen. Ze is ook niet meer het meisje dat, rap van tong, naar mijn smaak zure humor ten beste geeft. Daar staat zij, alleen in de regen in een portiek bij het huis van haar minnaar om een glimp van hem op te vangen. Wat zal zij doen? Zal zij, op haar koele wijze, de ‘waarheid’ vertellen aan de vrouw van haar minnaar? Op dat moment is een emotie van een hulpeloze, verwarde Hemel te voelen. Ik heb wel gehoord dat een film moet eindigen waar hij opnieuw kan beginnen en zo eindigt Hemel. Dit onverwachte einde maakt de film heel speciaal.