Spring naar inhoud

Het oude Pompgemaal in Den Helder is in 2007 door het Fonds BKVB/Mondriaan Fonds omgebouwd tot atelier annex woonvertrek. Hier verblijven jaarlijks tijdelijk kunstenaars en kunstbemiddelaars die er een werk creëren en dit tentoonstellen aan de omringende bewoners. Ik had het voorrecht hier vijf weken in de winter van 2011 door te brengen.

Het bleek de volmaakte plek om mijn manuscript over beeldend kunstenaar Jan Schoonhoven te voltooien. In dit zelfgekozen isolement, een ‘leeg’ atelier in de duinen, moest ik als stadsmens wennen aan de eenzaamheid en stilte. Maar altijd en overal is daar tot in de verre omgeving de 57 m. hoge gietijzeren oranje-roze vuurtoren Lange Jaap zichtbaar. Overdag is het een vertrouwd landmark. ’s Avonds en ’s nachts geeft het bescherming, als om de 20 seconden de reflectie van zijn vier licht schitteringen verschijnen op de slaapkamermuur in het Pompgemaal.

De afgelopen twee jaar verbleven 19 kunstenaars in dit atelier. Hun werken zijn nu in Kunsthal 52 van Den Helder bij elkaar gebracht voor een tentoonstelling Residu 2. Tot 24 maart is een wonderlijke mix te zien van beeldende kunst, fotografie, schilderkunst, video. Het meeste werk reflecteert op de omgeving rondom het Pompgemaal.

De baken van licht maakte ook indruk op Saemundur Por Helgason, een Rietveld-student die met acht andere studenten in het Pompgemaal verbleef. Toen Saemundur ’s avonds zag hoe de enorme strook licht een troep dieren in de wei verlichtte, scheen het hem toe dat er een UFO was geland.
Nadat ik in de krant Den Helder op Zondag mijn interesse voor ‘Lange Jaap’ bekend had gemaakt, stapte op een dag een meneer van de Helderse historische vereniging het Pompgemaal binnen. Hij had een interessant boekje over de vuurtoren bij zich. Daarin staan onder meer de ontwerptekeningen, de naam van de bouwer, Quirinus Harder, en zijn levensgeschiedenis. Drie jaar na de bouw was hij overleden, in 1880. Is ‘Lange Jaap’ zijn magnus opus? In plaats van Harders foto koos de auteur een spreuk uit een wapen:  ‘non dormit qui custodit’, ‘hij die bewaakt slaapt niet’ . Harders portret is namelijk onvindbaar. Hoe zou hij er uit hebben gezien?