Spring naar inhoud

Stel je voor: Je krijgt een uitnodiging naar St. Petersburg te komen om in deze stad met 7 miljoen inwoners de bijna uitgewiste voetsporen te volgen van een vergeten voorvader. En om in het statige Petersburgse Rimsky Korsakov conservatorium live de muziek van deze voorvader te horen. Tijdens de witte nachten, als de zon zo laat ondergaat en de stad door het poollicht wordt beschenen, leefde ik afwisselend in heden en verleden als in een tijdmachine.

Daar zit hij, voorvader Nicolai of Nicolaus von Zaremba (1821-1879),  een zeldzame foto. Baard - in die tijd ook baarden - achterovergekamd steil donker haar, half lang, enigszins dichtgeknepen ogen. Dit kan zijn veroorzaakt door flitslampen die de ogen zowat verblinden.
Zwarte glimmende jas, overhemd met manchetknopen, strikje onder kraag. Zijn rechterhand gestoken in linker borstzak, Napoleons kenmerkende pose. De pose schijnt de mode te zijn geweest. Boek op zijn schoot, rechter-elleboog leunend op een tafeltje waar een hoge hoed op ligt. Ik bestudeerde de foto. Is iets aan zijn gezichtsuitdrukking af te lezen? De donkere baard verbergt dit. Hij kijkt vriendelijk, serieus. Gedreven komt hij op me over. In de ogen, oogleden, kan ik iets bespeuren van mijn grootmoeder Adelaïde Heemskerk. Hij was haar grootvader. Ze heeft hem nooit gekend.

Anastatia Grootmama’s verhaal over Anastasia Nikolaevna, de jongste dochter van de vermoorde tsaar Nicolas II en Alexandra, intrigeerde me. Anastatia zou de enige overlevende zijn van de tsarenfamilie. In de jaren 1920 was ze opgedoken in Berlijn. Ze beweerde dat ze de tsarendochter was die voor de executie van haar familie was gered door een Russische rode soldaat die haar had laten vluchten. ‘Anastatia’ werd echter niet geloofd en leefde als Anna Anderson in een huisje in het Zwarte Woud.
Zo nu en dan verscheen een artikel in een tijdschrift over Anastatia en het gruwelijke lot van de tsarenfamilie. Grootmama las zulke verhalen gretig aan het ontbijt in haar dikke ochtendjas. Daarbij voerde ze in de thee gedoopte koekjes aan haar honden Bobbie en Peetja. Dan zei ze dat ze geloofde dat Anastatia’s verhaal waar was. Ik staarde naar de foto’s van de tsarenfamilie en verbeeldde het me; ik wilde graag geloven dat het meisje in die mooie lange witte jurk gered was. Ze was immers onschuldig.
In zo'n tijdschrift stond meestal een zeldzame, vage foto afgedrukt van Rasputin, een rijzige man met een lange, zwarte baard in een monnikspij. Hij bezat bijzondere spirituele gaven. Hij was aan het hof om de enige zoon Aleksej te begeleiden. Aleksej was ziekelijk en verzwakt. Rasputins invloed was te gevaarlijk en prins Felix maakte korte metten met hem. Maar volgens het overleveringsverhaal lukte dit niet door vergiftiging en kogels. Rasputin werd in de Neva geworpen waar hij verdronk.
Op die manier raakten wij, de klein-kleinkinderen van Nicolai Zaremba vertrouwd met het oude, keizerlijke Rusland als een grimmig sprookje. Grootmama’s huisje in het bos waar 'natuurlijk' een berkenboom in groeide, droeg daar toe bij. In de voorkamer stond een divan met een dik kleed. Er hing een schilderij van een Russisch sneeuwlandschap in rossig avondlicht. In de boekenkast stonden boeken van Tolstoj en Dostojewski.  Ik was zo gefascineerd door de kaft van Tolstojs boek Kinderjaren, een schilderij van een meisje in een roze jurk in het gras, dat ik het begon te lezen. Telkens legde ik het weer weg, de woorden waren te moeilijk. Op de boekenkast stond een opgezette papegaai, Gerrit. Hij was van haar vader, grootpapa Heemskerk geweest. Hij had altijd met Gerrit gesproken. Nu zei Gerrit niets, al verbeeldde ik me dat hij knauwend riep.
Het leek of alle dingen in grootmama’s huisje met een toverstokje waren aangeraakt. Zoals een mandje vol sleutels, waarmee de deuren van huizen en hotels van verre familieleden kon binnenkomen en de zoete, wrede verhalen werkelijk kon beleven. Die fantasie was aangewakkerd door het geïllustreerde boek Alice in Wonderland, waar ik de plaatjes van kon dromen.

Zaremba In grootmama’s voorkamer stond een vitrinekast, de 'muziekkast'. Daarin waren de schatten uit het oude Rusland deels zichtbaar. Daarin lag ook Zaremba’s dirigeerstok met ingelegde edelstenen, muziekstukken- en gedenkboeken van het conservatorium, familiedocumenten uit Polen en Letland. En het  oude speelgoed, Russische poppen met starende ogen en porseleinen zeemeerminnetjes waar we mee mochten spelen.
In 1930 was Adelaïde katholiek geworden, ze heette nu Maria. Ze hield het hoofd boven water met vertalingen maken uit het Russisch, Duits, Italiaans. Tot diep in de nacht tikte ze op haar typemachine. Ze verdiende slechts een stuivertje met dit vertaalwerk.  Toch deed ze dit liever dan de memorabilia van de Russische familie verkopen. Geen sprake van dat ze ooit naar Rusland zou reizen, Rusland was gesloten achter het ‘ijzeren gordijn’. Wel onderhield ze contacten met Oost-Europeanen. In haar ogen waren Oost-Europeanen bijzonder, ze sprak over ze met een tikje medeleven. Nederlanders noemde ze ‘de Hollanders’, alsof zij en wij daar niet bij hoorden. Maar waar dan wel bij?l
Haar naam wordt door ons nog steeds op een tere manier uitgesproken. Vergeleken bij de chaos in ons ouderlijk huis heerste bij haar rust en een wereld – zij zei wèreld op z’n ouderwets – van verbeelding. Baboesjka was het eerste Russische woord. Bij haar waren ook altijd ‘lekkertjes’. Zo'n zestien jaar heb ik haar meegemaakt, ze stierf in 1969. Ik denk niet vaak bewust aan haar. Ze is onbewust in mijn herinnering. Tijdens deze reis en daarna heb ik weer bewust aan haar gedacht.

Conservatorium In afwachting van de viering van het 150-jarige bestaan van het  Petersburgse conservatorium in 2012 wordt nu aandacht gegeven aan de oprichters en eerste docenten. Op de historische afdeling wordt nu studie gedaan door Andrei A. Boretsky, een 25-jarige muziekhistoricus. Hij is tevens dirigent en heeft Zaremba’s muziek uitgevoerd en op cd uitgebracht. Toen hij in januari 2011 een bezoek bracht aan Amsterdam hoorden we  zodoende Zaremba's muziek voor piano en koor voor het eerst. Sindsdien wordt Andrei op handen gedragen. De in de familie zorgvuldig bewaarde dingen worden nu geëxposeerd in het conservatorium. Alle spullen zijn na 130 jaar weer terug op de plek waar ze vandaan kwamen en worden daar nu gezien.
Opmerkelijk hoe Andrei onze familie heeft gevonden. Via Facebook is hij terecht gekomen bij Jacob en Frederik Heemskerk. Daarna is het balletje gaan rollen. Zonder internet hadden we nog niks geweten. Het zorgt er ook voor dat e-mails uit de vertaalmachine komen in grappig Engels.

St. Petersburg Eerder twijfelde ik er naar toe te gaan. Kon ik daar de sprookjesachtige sfeer terugvinden uit mijn grootmoeders verhalen, of wilde ik ze juist koesteren? Wel was ik op zoek naar familie. Zo had ik met Kees Hin en Rolf Orthel een film gemaakt over Russische vrouwen in Nederland, De salon van het verdriet (1978).  De film was wel begonnen uit interesse voor familie geschiedenis, maar toch durfde ik hier toen niet persoonlijk over te zijn. De uitnodiging van Andrei naar St. Petersburg te komen kwam als geroepen.
Ook Andrei bleek geroepen door een helderziende in de familie, Elena Loginova. In 2009 had zij het conservatorium benaderd over dat de tijd gekomen was om Zaremba’s naam te herstellen met de plechtige boodschap: ‘Alle natuurprocessen zijn cyclisch, na de nacht begint een nieuwe dag met de zonsopkomst. Als de gedachten, gevoelens en daden van Nikolai Ivanovitsj Zaremba de hoogste norm van moraal, professionaliteit en liefde voor mensen in zich dragen en uit de obscuriteit komen, betekent dit Gods plan de moraal en cultuur voor onze natie te doen herleven.’ En Andrei’s eerste daad was de restauratie van Zaremba’s graf op de Lutherse begraafplaats Volkov.

Bij aankomst op het Pulkovo vliegveld, nadat mijn zoon Olivier, vriend Erik en ik flinterdunne douanepapiertjes hadden ingevuld, stond Andrei ons op te wachten met bloemen. Daar waren ook mijn zus Clara, haar man Tom, nichtjes Amanda en Alexandra. We werden in een busje vervoerd naar een buitenwijk van de stad, waar we een kamer kregen in een studentenhuis.
De wijk stond vol hoge, rechte, faal gele flatgebouwen zonder balkons. De vrouwen in de omgeving leken jong of oud. De jonge droegen veel make-up, korte rokjes, superhoge hakken. Ik vergaapte me er aan met mijn nichtjes. Veel mannen hadden een fles bier in de hand, her en der lagen lege bierflessen. Met Andrei's kenmerkende vliegende vaart, gevolgd door Olivier met de camera, leidde hij ons naar de supermarkt. Daar kocht hij flessen bier en snacks. Vervolgens leidde hij ons langs de flatwijk tot de oevers van de Finse Golf voor een picknick. Daar zaten we onze aankomst te vieren, tussen rommel, kwakende kikkers en muggen. Het leek even of we aan het Amsterdamse Nieuwe Meer zaten. Met dit verschil dat je overal berkenbomen zag. De berk! Ik dacht aan Tatiana, het Russische meisje uit de film De salon van het verdriet. Zij vertelt in de film dat ze heimwee krijgt naar Rusland zodra ze in Nederland een berk ziet staan. In de avond - nog zo laat licht - maakten we opnieuw de wandeling,  en nog verder tot we aan de Finse Golf ver weg het centrum van St. Petersburg zagen liggen in rossige avondgloed.

St. Petruskerk  Van alle plaatsen die we met Andrey bezochten en de bijna uitgewiste sporen volgden, is de Lutherse St. Petruskerk bij de Nevsky Prospect wel het meest opvallende monument. Want uitgerekend deze kerk, waar Nicolai Zaremba trouwde met Adelaïde von Klugen en daarna Lydia Zaremba met Theodoor Heemskerk, is gedurende de Sovjettijd een zwembad geweest! Een duikplank verving het schilderij van de kruisiging. Er zijn zoveel kerken, dat het niet eens zo raar lijkt deze om te vormen tot een functioneel zwembad. Nu hebben Lutheranen de kerk hersteld. Foto’s herinneren aan het oorspronkelijke interieur en het zwembad.

Als ik de trappen van het conservatorium met twee treden tegelijk oploop, moet ik weer denken aan mijn grootmoeder die vertelde dat het Zaremba’s gewoonte de trap op te hollen met drie treden tegelijk. Maar er is geen spoor: Zaremba heeft het conservatorium in de huidige staat niet meer meegemaakt. Er waren twee andere conservatoria voordat deze werd gebouwd. Om de huidige te bouwen was veel geld nodig. Dit zou een reden zijn waarom de naaste familie na Zaremba’s dood geen pensioen meer ontving.
In een kamer van de historische afdeling was hier de expositie ingericht van de eerste directeuren en docenten. In vitrines lagen de door de familie bewaarde spullen en documenten. Het ontroerde. Evenals de uitvoering van zijn muziek voor piano en koor met Andreis vrouw Irina Andryakova, met een prachtige sopraanstem.
En dan waren er buitengewone ontmoetingen met verre onbekende familieleden uit Californië, Litouwen, Moskou, St. Petersburg. Onder leiding van ‘neef’ Sluchevsky bezochten we de Hermitage tot we even schoon genoeg hadden van kunst.

150 jaar En nu? Het verhaal wordt vervolgd door de achter-kleinkinderen. In Zwitserland hopen we meer muziek van Zaremba te vinden. We kennen al zijn muziekstukken nog niet. Zeker weten we dat Zaremba een goede leraar was, van niemand minder dan Tsjaikowski. In de Tsjaikowski biografieën komt Zaremba er echter bekaaid af. Volgens mijn grootmoeder vond hij Tsjaikowski ‘wel zeer begaafd, maar te modern’. Wat betekent dat, en voor zijn eigen muziek?
Misschien vinden we nog muziek waarin hij volksmuziek heeft verwerkt, de Poolse origine van de Zaremba’s. Mijn grootmoeder vertelde dat het dansen van de mazurka hem in het bloed zat!
Tijdens de officiële 150-jarige herdenking van het conservatorium in 2012 zal opnieuw veelvuldig worden gespeecht, getoast. Tijdens een diner in een Kaukasisch restaurant hebben we tussen het eten, drinken, dansen door een toast uitgebracht op mijn grootmoeder en de familie om te memoreren hoe geweldig ze deze rehabilitatie zouden hebben gevonden. Als ik wodka zal drinken zal ik giechelen. Het zal je ook maar overkomen, zo ineens.